‘Osasuna nunca se rinde’ wat zoveel betekent als ‘Osasuna geeft nooit op’ is de leuze die eigenlijk perfect aansluit bij de onze: ‘No Sweat No Glory’. Dit was zowel op het veld als in de tribunes te merken en zoals de slagzin zegt, we zullen er pas na onze match in Jan Breydel klaar mee zijn. Het is als het ware een kopie van ons Club DNA maar dan het Spaanse. De hel van Osasuna had volgens mij twee sleutelfactoren: hun fans en hun stadion.
Voor de mensen die er niet live bij waren in Osasuna even de situatie schetsen. De supporters van Osasuna hebben ons 90 minuten lang verblufd met hun gezangen, zo hard dat zelfs onze ‘We are Bruges’ na de match vervangen werd door een wave (tot teleurstelling van de meegereisde fans). Nog nooit maakte ik zo’n support mee van de tegenstander. Niet in België, niet in het buitenland. Het was letterlijk een hel en dat met (maar) 23.000 man. Niet voor niks hebben ze de titel van luidste stadion ooit in La Liga tegen Real Madrid in 2009 verworven.
Het begon al bij hun supporterslied dat tijdens een lichtshow gezongen werd net voor de spelers opkwamen. Dit volle bak én met sjaals in de lucht, net zoals wij dit met ‘blauw en zwart forever’ kunnen doen. Daarna voelde je heel de wedstrijd de elektriciteit in de lucht hangen waar geklap en gezang door heel stadion afgewisseld werd aangestuwd door hun spionkop. Het galmde. Ook daar willen wij naartoe als Club supporters: een heel Jan Breydel op de banken. Om dan nog maar te zwijgen over hoe ze hun troepen na de match nog toezongen na een nederlaag. Fenomenaal.
Daarnaast heb je hun stadion, Estadio El Sadar, dat in 2018 oud en verloederd was. Men besliste toen dit te renoveren. Voor het eerst in de geschiedenis mochten fans mee beslissen over hoe dit stadion er moest uitzien (luister je Club?). Uiteindelijk werd het na de renovatiewerken in 2021 verkozen tot World Stadium of the year. Het stadion was naar mijn mening perfect voor sfeerbeleving: steil (zo zit iedereen dichter bij veld), compact, helemaal rond, staanplaatsen gecombineerd met zitplaatsen en overdekt. Al het lawaai naar binnen dus. Het enige ‘extra’ dat we zouden verwachten is één grote tribune achter de goal, de befaamde ‘Blue Wall’ zoals we in Dortmund met de ‘Gelbe wand’ te zien kregen. Dit is wat we in afzienbare tijd willen zien in Sint-Andries. Als we na al dat wachten op een nieuw stadion toch nog iets postiefs moeten vinden is het misschien wel deze ervaring…