Bodø, de ex-ploeg van Hugo Vetlesen en Philip Zinckernagel, maar ook van Bengt Saeternes en Tom Høgli, en de ploeg die AS Roma twee seizoenen geleden een 6-1 pandoering aansmeerde. Verder dan dat reikte mijn kennis over de volgende tegenstander van Club niet.
Een blik op de wereldkaart maakte duidelijk dat Bodø boven de poolcirkel lag, waarmee het ineens ook de meest Noordelijke tegenstander uit de geschiedenis van Club werd. Maar dat hield ons uiteraard niet tegen om de verplaatsing te maken.
Via een tussenstop in Oslo landden we in het charmante Bodø. Een korte stadswandeling bracht ons o.m. langs de bibliotheek (verkozen tot één van de 10 mooiste ter wereld), de haven, de street-art en de pub Hundholmen Brygghus, de afspraakplaats voor Clubsupporters.
Want ja, ook op deze verplaatsing kon Club weer rekenen op de trouwe blauwzwarte aanhang. 300 supporters hadden zich aan het avontuur gewaagd.
Het heerlijke aan dit soort Conference League-wedstrijden is het authentieke karakter ervan. Je stapt te voet, zonder politiebegeleiding en omringd door geel-zwart-getooide supporters naar het stadion. Een zeer basic stadion op 10 minuten wandelafstand van het stadscentrum: geen dak boven ons hoofd (de hagelbui met windstoten in het begin van de tweede helft werd even op gevloek onthaald) en geen flashy lightshow voor de match maar een goedkoop vuurwerkje bij de ploegopstelling.
Na het laatste fluitsignaal gingen de poorten van het stadion gewoon open. Samen met de Bodø-supporters trokken we terug richting stadscentrum om een glas te drinken op de overwinning. Het verliep allemaal in een heel gemoedelijke sfeer, we leerden wat weetjes over Bodø Glimmt (‘Glimmt’ betekent ‘glans’) en zelfs Johan Vetlesen, papa van, mengde zich onder de supporters in het café.
’s Anderendaags liepen we nog even langs het stadion. De deur van het hoofdgebouw stond open, dus wandelden we naar binnen. Toen we op het tweede verdiep de Sportsbar binnen stapten, bleek daar een vergadering aan de gang. De heren keken raar op, maar toen ik vroeg of ik even wat foto’s mocht maken, kreeg ik grote glimlachen en geknik als antwoord. Mijn twee woorden Noors kwamen van pas: ‘Tusen takk!’
Voor de neutrale voetbalfan mag de Champions League dan wel het summum zijn (en toegegeven, het is sportief het hoogst bereikbare), maar als voetbalromanticus zijn deze Conference League-verplaatsingen de mooiste die er zijn. Op naar meer!
Biny